Het zicht op de watertoren was die ochtend voor Bianca en Heleen eentje die niet zo snel van hun netvlies zou verdwijnen. Terwijl zij stevig doorstapten op het Surfeiland, richting boei, tijdens hun wekelijkse vroege ochtendwandeling en de Poel nog in nevelen was gehuld, ontwaarde Bianca als eerste een bungelend voorwerp hoog aan de buitenzijde van de watertoren. Het was al licht, maar gezien de hoogte van het voorwerp was het moeilijk te identificeren. “Leen, zie je dat, wat is dat? Wat hangt daar?”, wijzend naar een plek op de watertoren vlak onder de trans. Leen, zoals Heleen door goede vrienden en familie wordt genoemd, kneep haar ogen samen en tuurde door haar wimpers naar de plek waar Bianca naar wees. Ook zij ontwaarde een vorm die je daar niet zou verwachten. Het object was langwerpig, misschien wel bijna twee meter, en bungelde verticaal langs de watertoren.
Het was nog stil op straat en de kruitdampen van het jaarlijkse vuurwerkspektakel waren waarschijnlijk nog maar net opgetrokken of weggeblazen door de wind. De dranghekken en de VIP-tent stonden nog op het voorterrein van de watertoren, het baken van Aalsmeer. Blikjes, flesjes en andere rommel waren medegetuigen dat hier zeer recent iets feestelijks heeft plaatsgevonden.
Het vuurwerk was weer prachtig, beide dames hadden het ook dit jaar weer kunnen aanschouwen. Het was deze editie echter iets anders dan anders verlopen. Er waren wat haperingen en het vuurwerk moest een paar keer opnieuw opgestart worden. Een kniesoor die daar een punt van maakte. Het was weer geweldig en zeikerds zullen altijd zeikerds zijn. Maar de mijmeringen van beiden werden onderbroken door de aanblik van iets dat je niet zo snel zou verwachten aan de watertoren.
“Het zal toch geen…”, Bianca slikte haar eigen woorden weer in. Dit is Aalsmeer, een stom dorp, weet je wel. Hier gebeuren geen rare dingen. “Nou Bianc, ik weet het niet hoor, ik krijg er kippenvel van. Het voelt niet goed, waar ik tegenaan sta te kijken”.
Ze waren nog steeds de enige op straat. Zaterdagochtend, wie gaat er nu lopen om half acht ´s morgens? Het voelde niet oké, maar wat moesten ze doen? Om hulp roepen? Of toch maar 112 bellen? En dan? Voor gek staan omdat er niets aan de hand is? Maar wat als er wél wat aan de hand is. Maar wat als hun beider angst wordt bewaarheid, en er geen ‘object’ of ‘voorwerp’ aan het baken van Aalsmeer bungelt, maar een lijk? Ze schrikken van hun eigen gedachten, maar besluiten toch de politie in te schakelen. Want wat er ook hangt, ongewoon is het sowieso.
Met toch wel trillende handen graaide de doorgaans nuchtere Bianca in de zakken van haar jas op zoek naar haar mobieltje. Na een zoektocht vond ze het ding uiteindelijk in haar broekzak. Terwijl Bianca het nummer 112 intoetste, had ook Heleen haar mobieltje gevonden en stond ondertussen foto’s te maken van het ongebruikelijke uitzicht op de watertoren. Bij het bekijken van de gemaakte foto’s groeide haar afgrijzen. Bij het enigszin vergroten van de foto’s bleek het voorwerp wel degelijk menselijke vormen te hebben. En zo ontwaarde zij ook een touw of kabel van het hek op de trans naar het voorwerp.
“Ja hallo, u speekt met Bianca Eveleens. Ik wil graag een melding doen van iets raars. Het lijkt alsof er een dood persoon aan de Aalsmeerse watertoren hangt.”
Bianca en Heleen gaan er maar even bij zitten, daar bij de boei. Gebiologeerd kijkend naar het lijk (?) aan de watertoren. “Wat het ook is, gisteravond zag de watertoren er toch gezelliger uit met die projecties”, sprak Heleen. “Ja Leen, dat kun je wel zeggen, ja”. En zo wachtten de dames op de politie en de dingen die komen gaan.