Nee, nee, dit heeft eens niets met politiek te maken, maar met andere onderkruipsels. Ik ben er bijna 54 voor moeten worden, om erachter te komen dat regenwormen geen fan zijn van licht!
Natuurlijk, zet een schep in de grond, en als je een beetje gezond tuintje hebt, heb je zó tussen de vijf en tien regenwormen te pakken. Regenwormen (Lumbricidae) hebben geen ogen, maar vermijden dus licht. Ze zijn negatief fototactisch. En daar kwam ik bij toeval achter.
Prikkelige vrienden
Ik kom graag en vaak buiten, ook als het donker is. Aan de achterzijde van ons huis hebben we een aanbouw. Met daarin enkele lampjes die reageren op beweging. Aangebracht nadat ik een paar keer ben opgeschrikt door een flinke egel die de hondenvoerbakken even kwam checken op inhoud. Niet dat ik bang ben voor egels, maar ik hoef er ook weer niet op te staan, natuurlijk. Hoewel de prikkelige vrienden vrij snel zijn als het moet.
Goed, lampjes opgehangen dus. Gisteravond stond ik weer even buiten. En om de één of andere reden, pakte ik een lampje van de muur en bescheen er de buiten liggende deurmat mee. Aan de rand van die deurmat waren enkele regenwormen zich een weg omhoog aan het werken. Zodra ik ze bescheen met het lampje, trokken zij zich onmiddellijk terug in hun hol in de aarde. Echt, ik heb wormen nog nooit zo snel zien bewegen! Als door een wesp gestoken trokken zij zich terug. Floep, weg!
Voedselketens
Reden voor mij eens wat te lezen over deze regenworm, die met een beetje pech zijn leven beëindigt aan een vissershaakje. En die beesten, die aan de basis staan van vele voedselketens, kunnen dus niet tegen licht. Geen ogen, maar niet tegen licht kunnen. Op zich al vrij bijzonder.
Winterslaap
Vanavond, ik kon het niet laten. Nóg een keer een lampje erbij gepakt. Met (uiteraard) hetzelfde effect. Nu laat ik ze verder met rust. Het blijven diertjes hè. Organismen die mij geen kwaad doen. Die onze tuin een soort van onderhouden. En dienst doen als voedsel voor de kennelijk ook in onze tuin verblijvende egel. De wormen laat ik voortaan met rust. En voor de egel ga ik een grote stapel met afgewaaide boombladeren aanleggen, zodat hij (of zij) zich lekker kan nestelen voor zijn (of haar) winterslaap.