Waar ik de afgelopen twee jaar nog een beetje lacherig kon doen om en over de corona-ontkenners, maak ik mij nu ernstig zorgen over diverse maatschappelijke ontwikkelingen. Via Corona zijn we in allerlei crises gerold: vluchtelingen, stikstof/milieu, huisvesting, boze boeren, de opkomst van uiterst-rechts, oorlog Oekraïne-Rusland. Ben ik er nog eentje vergeten?
Aan het begin van de Corona-crisis, met uiteraard alle maatregelen die dat met zich meebracht, verbaasde ik mij al over het feit dat het allemaal zo snel gepolitiseerd werd. Simpel gezegd: rechts was tegen, links was vóór. En het woord ‘was’ kan nog steeds gezien worden als ‘is’. Rijst mij de vraag: “Hóe in vredesnaam kun je zaken als een virus, virusoverdracht, besmettingen en preventie koppelen aan politiek? HOE? Maar het gebeurde en we zitten nog midden in de slipstream die volgde.
Grofweg denkt ‘rechts’ als volgt: Corona is maar een griepje, vaccins zijn bedoeld voor crowd control óf genocide (daar is boos-rechts nog niet helemaal uit), vluchtelingen moeten met een enkeltje terug naar de puinhopen in eigen land, stikstof is juist goed voor het milieu, er is dan ook helemaal geen sprake van een milieu-crisis, Putin is een toffe vent, hetero is de norm en de rest van de letterbak moet maar eens een keertje normaal gaan doen.
Leven en laten leven
En dat baart mij allemaal enorm veel zorgen. Ik dacht altijd dat ik een rechtse denker was en liet mij geregeld ongenuanceerd uit over bepaalde thema’s. Hoe en wat laat ik verder in het midden. Maar de enorme ruk naar nóg verder naar rechts heeft mij anders naar zaken laten kijken, heb ik andere inzichten opgedaan. Een motto dat ik mijzelf eigen probeer te maken luidt: “Leven en laten leven”. Het is oké om een andere mening te hebben, om je anders te kleden, om niet mee te gaan in de massa. Het is oké om jezelf te zijn. Het is oké om jouw eigen keuzes te maken. Maar, en dat is een hele dikke “maar”. Wees dan zelf ook de held om een ander te respecteren om zijn/haar mening en keuzes. En daar gaat het mis tegenwoordig.
We leven allemaal in onze eigen waarheid en realiteit. Velen laten zich bij het vormen van een oordeel leiden door de bagger (ja ik weet het, dat is een oordeel) die hij of zij tot zich neemt via sociale media en allerlei onzuivere websites die bekend staan om het verspreiden van nep-nieuws en complottheorieën. Zoeken (en vinden) verbondenheid met elkaar door het omdraaien van vlaggen, het dragen van boerenzakdoeken, door elkaar te ontmoeten op Telegram en door deel te nemen aan tal van demonstraties.
Er is één persoon die de heersende chaos heeft aangegrepen om zijn partij FVD naar de voorgrond te schuiven. Hetgeen – gezien het dalend aantal zetels in de peilingen – niet is gelukt. Baudet heeft op het verkeerde paard gewed. Maar hij heeft wel bijgedragen, en doet dat nog steeds, aan de ontstane chaos. Over dit onderwerp schrijf ik misschien een ander keertje een blog.
Het tij keren
Nederlanders zijn zeikerds. Of we dat altijd al zijn geweest, of recentelijk zijn geworden weet ik niet. We gunnen elkaar alleen niet zo heel erg veel meer. Behalve dan corona als je niet geprikt bent, of een hard ontwaken als je wel geprikt bent. Kortom, we wensen elkaar niet veel goeds meer toe. Althans, als je de sociale media moet geloven. De een heeft een nog grotere bek dan de ander. Politici worden compleet stijf gescholden. Iets wat ik niet normaal vind. Niet omdat het politici zijn, maar omdat ik het niet vind passen bij mijn normen en waarden. Voor wie gaat zoeken, zal ongetwijfeld ook bij mij minder flatteuze bewoordingen vinden. Wat dat betreft misstaat het steken van hand in eigen boezem mij ook niet. Maar het is nooit te laat om je ‘leven te beteren’. Nooit. En de manier waarop er hedendaags met elkaar omgesprongen wordt, vindt niemand fijn, toch? Maar uitgaande van jezelf, is er toch maar één persoon die een verandering teweeg kan brengen, die het tij kan keren. En dat ben je zelf. Dus daarom de vraag: “En wat doe jij eraan?”.
En voor diegenen die voor mij gaan invullen dat ik hiermee alle inhoudelijke discussies liefdevol onder een dik tapijt veeg. Nee, dat doe ik niet. Dit gaat niet over de inhoud, maar over de manier waarop we met elkaar omgaan, het totale gebrek aan fatsoen.